Vinden jullie het soms lastig om voor te lezen. Ik heb hier een paar handige tips en trucs .
De fijne kneepjes van het voorlezen
De allereerste vereiste is natuurlijk dat u vlot en makkelijk leest. Hoe meer leeservaring hoe beter. Veel zélf lezen dus. Ook het voorlezen aan uw eigen partner (variërend van de krant tot literaire verhalen) kan u helpen beter te leren voorlezen. Alle extra training is meegenomen. En het is nog leuk ook.
Kies boeken die zich goed laten voorlezen en laat de rest gewoon links liggen. U merkt snel genoeg wat lekker voorleest en wat niet. Kromme zinnen, lelijke woorden en ongemakkelijke ritmes herken je direct, als je voor jezelf – in de boekhandel of in de bibliotheek – een paar pagina's hardop voorleest voor jezelf.
Probeer tijdens het voorlezen al zo ver mogelijk vooruit te lezen, zodat u weet wat u kunt verwachten. Niets is zo vervelend als aan het eind van een zin erachter komen dat je hem op een andere toon had moeten voorlezen ("... lachte hij").
Wees niet bang om woorden of zinnen aan te passen tijdens het lezen. Lees dus gewoon iets anders dan wat er staat, als dat beter uitkomt voor het ritme of als u dat zelf mooier of grappiger vindt. Vertel zonodig een eigen verhaal bij de plaatjes.

Benut alle mogelijkheden van uw stem en zorg voor variatie in volume, snelheid en toonhoogte. Wissel af tussen hard en zacht, fluister als het spannend is, varieer tussen hoog en laag, snel en langzaam. Maar: overdrijf het niet. Gebruik liever niet te veel accenten.
Gebruik alleen "stemmetjes" als u dat goed kunt, en onthoud goed welke stem bij welk personage hoort. Anders wordt het al gauw verwarrend.
Een truc van professionele voorlezers – zoals Jan Meng, die talloze verhalen op CD heeft gezet – is om een zin te beginnen met het stemmetje dat daarbij hoort, en gaandeweg terug te keren naar de normale voorleestoon. Dan kun je het voorlezen veel langer volhouden, en vermijd je het tenenkrommende Jan-Klaassen-en-Katrijn-effect.
Houd contact met uw kind en probeer het te betrekken bij het voorlezen. Blijf niet gespannen in het boek turen maar probeer uw kind tussendoor aan te kijken. Lok reacties uit, stel af en toe een vraag, laat dingen in het boek aanwijzen, etc.
Lees een boek gedurende een bepaalde periode vaker voor. Kinderen houden van herhaling. Het herkennen van een verhaal geeft hen een gevoel van veiligheid en houvast. Verander bij bekende boeken bepaalde woorden. En kijk of uw kind de veranderingen opmerkt.
Roep nooit "Uit!" aan het einde van het boek. Het gaat er niet om het boek uit te krijgen, maar om de belevenis van het voorgelezen worden.
Lees nooit te lang voor in één sessie. Jonge kinderen kunnen nog niet zo lang stilzitten. Stop ermee als u merkt dat de aandacht verslapt.
Stop niet met voorlezen bij 6 jaar. Zelfs 12-jarigen (en ouder!) kunnen er nog van genieten om voorgelezen te worden
http://www.ouders.nl/mtip2004-voorlezen.htm